Inwerkingtreding van de omgevingswet
Waarom nieuwe wet- en regelgeving?
De huidige wetgeving werd als te ingewikkeld beschouwd voor particulieren, bedrijfsleven en overheden. Het aanvragen van veel verschillende vergunningen (denk aan bijvoorbeeld bouwvergunningen, gebruiksvergunningen, milieuvergunningen, lozingsvergunningen etc.) zorgt voor lange vergunnings- en afstemmingsprocedures. Met de Omgevingswet bundelt de overheid de regels voor ruimtelijke projecten. Alle informatie over de totale leefomgeving wordt gebundeld, zoals bodem, lucht, water, natuur, geluid en grondeigendom. Zo moet het makkelijker en sneller worden om ruimtelijke projecten te vergunnen en te handhaven
Wat betekent dit voor u?
Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet (Ow) in werking en het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL). Tegelijkertijd is dan ook de Regeling bodemkwaliteit uit 2022 van kracht. De nieuwe wetgeving kan voor inhouden dat er veranderingen en verplichten gelden ten aanzien van bodembescherming.
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen:
Nieuwe begrippen voor vloeistofdichte en vloeistofkerende voorzieningen
In het Bal zijn de begrippen vloeistofdichte vloer en vloeistofkerende vloer herzien.
De volgende termen worden nu gehanteerd voor dit type bodembeschermende voorzieningen: Vloeistofdichte bodemvoorziening, de Aaneengesloten bodemvoorziening en de Elementenbodemvoorziening.
Verplichting tot de inspectie van de bedrijfsriolering bij een vloeistofdichte bodemvoorziening
In het Bal is de verplichting opgenomen om de bedrijfsriolering die aangesloten is op een vloeistofdichte bodemvoorziening te laten inspecteren op vloeistofdichtheid. Hierbij geldt in de meeste gevallen een overgangstermijn van 3 jaar voor bestaande bedrijfsrioleringen.
Verplichting tot de inspectie van de afscheidingsinstallaties (OBAS) volgens de NEN 858-2
Afscheidingsinstallaties ook wel oliebenzineafscheider (OBAS) genomen zijn aangesloten aan het einde van een bedrijfsriolering. De afscheidingsinstallaties moeten periodiek worden gekeurd op functioneren volgens de NEN 858-2.
Verplichting tot gecertificeerd herstel of inspectie na een jaarlijkse bedrijfsinterne controle
Vloeistofdichte bodemvoorzieningen moeten minimaal jaarlijks worden gecontroleerd. Dit heet de bedrijfsinterne controle (BIC). Als eigenaar van de vloeistofdichte bodemvoorziening voert u deze controle zelf uit of laat u deze uitvoeren. Wanneer er bij de jaarlijkse bedrijfsinterne controle gebreken of beschadigingen zijn geconstateerd moet u deze tijdig laten herstellen. Aan het herstel en aan de controle van het herstel zijn in het BAL eisen gesteld. Controle van de herstelde gebreken moet plaatsvinden door een deskundig inspecteur. Wanneer het herstel plaatsvindt door een aannemer met een BRL SIKB 7700 is een herinspectie niet nodig. De aannemer zal dan een bewijs van herstel onder certificaat (BHOC) afgeven.
Nieuw BBT document voor de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB)
Voor vergunningsplichtige bedrijven vervalt de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). De NRB wordt vervangen door een nieuw BBT-document (Best Beschikbare Techniek). Dit betreft de BB-CVM (Bodembescherming- Combinaties van voorzieningen en maatregelen).
Beheer van bodembeschermende voorzieningen
Vanuit de zorgplicht die opgenomen is in de nieuwe wetgeving zijn er eisen gesteld aan het beheer van de bodembeschermende voorzieningen. Dit betekent het uitvoeren van periodieke inspecties en controles, opvolging van actiepunten en registratie in een logboek.